18 en 19 juli – Tot hoog in de wolken
Eerst tot 3200m omhoog, toen omlaag tot 600m en vervolgens weer door richting de 4000m. We hielden soms ons hart vast, wanneer ons busje over het smalle weggetje langs de diepe afgronden reed. We voelden ons daarentegen allemaal wel veilig. Onze chauffeur had er dan wel flink de vaart in, maar voorzag wel alles en reed ook rustig op de goede momenten. Onderweg stopten we af en toe, zodat we foto’s konden maken en stil konden genieten van het magnifieke uitzicht over de Andes. Het klimaat is hier duidelijk anders, alles is veel groener en het is voortdurend vochtig en warmer. Tijdens de busreis vinden we het leuk om zoveel mogelijk exotische vruchten van hier te proberen, bijvoorbeeld de grenadia, door ons vaker kikkerdril genoemd. Superlekker!
Onze reis eindigde woensdag in Leymebamba. We hadden ons middageten overgeslagen, dus we hadden best honger. Rond 6 uur bleek het in Leymebamba alleen bij lange na nog geen etenstijd te zijn. We hebben het hele dorp afgestruind, maar 12 klanten was niet genoeg om een restaurant eerder voor te openen. Gelukkig was het plaatselijke bakkertje wel open, met een rij tot op straat. Typerend voor de kleine dorpjes hier is namelijk dat veel bevolking gewoon gezellig op straat is te vinden en niet thuis. Ergens op het dorpsplein zagen we dan ook ineens een groepje vrouwen bij elkaar flink in de weer. Wat bleek? Iemand verkocht juane, dat is rijst, aardappel en kip gekookt en ingepakt in een blad, bijau. Carien en Matthijs onderhandelden rustig mee, we hadden immers best honger, en regelden voor ons allemaal zo’n pakketje met eten. Niet iedereen vond het even lekker, maar het was leuk om iets typisch van hier te eten. We overnachtten in een eenvoudig hotel, een aantal had geluk en had een warme douche. ’s Avonds hadden we een gezellige avond met elkaar, met gebakken banaan en wat patatas. We zijn als groep inmiddels al heel hecht geworden en genieten van onze tijd met elkaar.
Donderdag was weer een van de hoogtepunten van de reis, ons bezoek aan Kuélap. Deze vestingstad is het meest bekende overblijfsels van de Chachapoyacultuur (800-1400 n.Chr.). Met een kabelbaan kwamen we al een flink eind, het laatste stuk hebben we omhoog gelopen. Het was indrukwekkend om iets terug te zien van een eeuwenoude cultuur, maar ook de omgeving was prachtig! Met recht wordt het wel het ‘Tweede Machu Picchu’ genoemd. De reis werd vervolgd naar Pomacochas. Een gezellig dorpje, met een leuk hotel. We verkenden het dorp een beetje en kregen te eten in de plaatselijke kerk. ’s Avonds was er aansluitend een korte kerkdienst in de kleine gemeente. We werden hartelijk ontvangen. In ons beste Spaans probeerden we mee te zingen en mee te klappen en zo maakten we mee hoe hier heel ver weg aan de andere kant van de wereld, mensen net zoveel van God houden en voor Hem willen leven. De kerk in Nederland krijgt de hartelijke groeten van de mensen uit Pomacochas.
Op naar Moyabamba, waar we tot dinsdag zullen blijven!