Op de plaats gezet

Cyangugu-groep
Dag 9

Het is vroeg op de dinsdagmorgen als de wekker gaat, een blik opzij laat zien dat mijn medereisgenoot nog in dromenland verkeerd. Ik rek me uit en schuifel richting badkamer om mijn slaap uit de ogen te spoelen en om mijn lichaam fris aan de dag te laten beginnen. Medereisgenoot heeft het daglicht inmiddels ook gezien en hoort de terugkerende vissers in de verte zingen. De deur naar het balkon staat open, de ochtendzon weerspiegeld in Lake Kivu, de opmaat voor (weer) een bijzondere dag.

Na de dagopening en het ontbijt zingen we ons steun in voor de te ondernemen tocht. We gaan vandaag de eerste metingen en wegingen doen voor een nieuw opgestart feeding Project.  De lange, stoffige, reis gaat naar Kibangira. Plaatselijk is al een lijst met namen gemaakt van potentiële deelnemers.

Aangekomen ter plekke worden we hartelijk ontvangen door de Pastor van de Parrish. Voor het huis hebben zich al een groot aantal ouders met kinderen verzameld. Gaandeweg de morgen zal dit aantal nog aanzwellen tot ruim boven de 100 kinderen en net zoveel ouders. Caroline en David geven ons instructies over de te volgen handelingen. Deze handelingen lijken eenvoudig maar vergen discipline en nauwkeurigheid. Caroline en David verzorgen de administratieve invulling van de meetgegevens, door die af te lezen van de arm van kind of ouder. De arm is namelijk de plek waar het gewicht en de metingen werden genoteerd, papiertjes kunnen namelijk zoek raken. Gaandeweg de morgen bleek dat de ervaring van Caroline en David er ook voor zorgde dat een foutieve of onduidelijke armnotaties werd opgemerkt en hersteld.

We verdelen ons in groepjes en bepalen hoe we één en ander logistiek het beste kunnen invullen. Al snel blijkt dat de gekozen volgorde, wegen,  lengtemeting en armmeting niet de juiste is, de arm-metingen neemt meer tijd in beslag dan gedacht waardoor er een opeenhoping van mensen ontstaat.

Snel wordt er geschakeld en beginnen we met de armmeting. Om de chaos te beperken worden de deelnemers volgens de lijst afgeroepen en nemen ze plaats op de gereedstaande bankjes. Tijdens het wegen etc. word ik me (en de rest van de groep ook) er  meer van bewust dat we bezig zijn met de toekomst van deze kinderen. Rondkijkend zien we kinderen bij hun moeder zitten met een wezenloze blik in hun ogen, bijna apathisch kijken ze om zich heen, als ze daartoe de kracht al hebben.  Leeftijden schatten van de kinderen is bijna niet te doen. Gelukkig hebben ouders, voor zover deze het wisten, doorgegeven.

De kinderen, die het zelf kunnen, stappen op de weegschaal en wachten geduldig af wat die vreemde blanke mensen doen. Ietwat trots zelfs, observeren ze de rare tekens op hun armen. En sluiten aan voor de administratie. De meeste kinderen passeren ons met ondergewicht. Bij de lengtemeting zijn regelmatig drie paar handen nodig om het kind rechtop te houden voor de meting, dit brengt veel stress bij de kinderen teweeg, waardoor ze soms in huilen uitbarsten, ze begrijpen het vaak ook niet, het is tenslotte hun 1e keer.

Bij baby’s en kinderen die niet (meer) kunnen staan was het de bedoeling dat die samen met moeder gewogen zouden worden, waarna hierop de moeder alleen gewogen werd, iets wat veel rekenwerk tot gevolg had. Omdat ik toevallig net een te zware maar wel heel strakke 82kg weeg, besloten we dat ik als weegouder zou optreden. In begin ietwat schoorvoetend maar gaandeweg vol vertrouwen nam ik de kinderen van de moeder over.  Een actie die er al snel voor zorgde dat er een doordringende geur van urine om me heen hing. De meeste kinderen hadden inmiddels in hun spreekwoordelijk broek geplast, waardoor mijn zweethanden geen zweet bevatte net als mijn shirt en broek. Het liep  verder gesmeerd.

Na afloop van de metingen, als de lijst is afgewerkt en een beetje uitgebreid, maak je voor jezelf de balans op. Zie je opeens die moeder van amper 38kg met dat kind van 18 maanden, 5,4 kg zwaar, geen kracht meer in de benen of in de nek. Dan vraag je je af of dat kind er bij de volgende weging nog is… Of die moeder die niet eens in de gaten heeft dat het kind op haar arm mongoloïde is maar me wel, voor mij onverstaanbare, vragen stelt. Gelukkig verstaat Rik haar vraag en stuurt haar naar een arts. Haar kind heeft geen beweging in de benen, sterker nog, ze kunnen alleen maar bungelen.

Zomaar twee voorbeelden van iets dat je nooit meer los laat, je vol vragen achterlaat, antwoorden zullen we waarschijnlijk nooit krijgen, wat we wel weten is dat we, in Jezus naam, iets mogen en kunnen beteken in het leven van deze ouders en hun kinderen. Op de terugweg naar Kamembe is het opvallend stiller dan anders in de auto. Deze dag vergeten we nooit meer, vanaf nu is alles anders, denken we. Al weten we vanbinnen ook dat, als we volgende week weer terug in Nederland zijn en de verhalen langzaam versterven, het “gewone” leven ook weer de scherpe randen van onze snode plannen zal slijten. Gelukkig hebben we de foto’s en de filmpjes die er ons aan gaan herinneren dat niets vanzelfsprekend is en dat wij dankbaar moeten zijn met ons leven in Nederland. Wat ons wel duidelijk is, isdat we een diepe buiging moeten maken voor de mensen die huis en haard verlaten om in een ver en stoffig land de boodschap van Geloof, Hoop en Liefde brengen en daar ook handen en voeten aan geven.

In de dagsluiting vragen we om kracht om de dag te verwerken.